Christelijke Muziek & Concertagenda

Elias, Mendelssohn Zoetermeer, Zuid-Holland


Naam:
Elias, Mendelssohn
Datum:
7 februari 2009

Dit concert is al voorbij!

Tijd:
20:15u - 22:30u

Beluister geluidsfragment
Omschrijving:

Libretto – Oratorium Elias (1846)
Het libretto van dit oratorium bestaat uit bijbelteksten ontleend aan 1 Koningen 17, 18 en 19.
Israël is op het dieptepunt van zijn geschiedenis. De koningen doen alles wat kwaad is in de
ogen des Heren. Ze zoeken hun heil in het vergaren van goud en zilver en omringen zich met
vele vrouwen. Hun hart is niet langer bij hun volk noch bij de God van hun volk. Zo trouwt ter
wille van de economie Achab met de Fenicische prinses lzebel en dient voortaan de Baäl, de
god van de hebzucht en van het bezit, de god die mensen over lijken doet gaan en die
gesymboliseerd wordt door een gouden kalf. Koning Achab laat zelfs Jericho, de stad die model
staat voor een goddeloze wereld, herbouwen. En dan verschijnt Elia: “de Heer is God” betekent
zijn naam. Dat wil zeggen: de Baäl is God niet; een land dat de Baäl God laat zijn is aan
vruchteloosheid onderworpen. Hij kondigt droogte aan als straf voor de goddeloosheid.
De "Elias" zet in met een recitatief.
In enkele scherpe trekken staat de verbolgen profeet voor ons: “Zowaar de Heer leeft, de God
van Israël, in wiens dienst ik sta. Er zal deze jaren geen dauw of regen zijn, tenzij door mijn
woord. Dat is het begin van het oratorium.
De "Ouverture" is niet anders dan in de inleiding voor het eerste tafereel; in fugavorm worden
de angsten en noden van het volk Israël weergegeven.
"Hilf, Herr!" klaagt het koor. De oogst mislukte en de rivieren zijn uitgedroogd.
Sion smeekt: "Herr, höre unser Gebet" (sopraanduet en koor). Een der weinigen die godvruchtig
was gebleven, Obadja, maant tot bekering. Hij getuigt over de genade van het geloof in de
extatische aria: "So Ihr mich von ganzem Herzen suchet.” Het volk blijft echter in twijfel: "Aber
der Herr sieht es nicht."
Een engel gebiedt Elia zich te verbergen aan de beek Krith, waar de raven hem zullen spijzen.
“Denn er hat seinen Engeln befohlen über dir, dass sie dich behüten". (vokaal oktet)
Als ook de beek Krith verdroogt, beveelt de engel Elia zich op te maken naar Zarfeth. Aldaar zal
een weduwvrouw hem verzorgen. Het meel van de kruik zal niet verteerd worden en de olie in
de fles zal niet ontbreken.
Nadat Elia bij de weduwe vele dagen toevlucht vond, sterft haar zoon.
Opstandig verwijt zij de profeet, dat hij haar onheil bracht: ”Was hast du an mir getan?" Elia
buigt zich over het gestorven kind en bidt: "Herr, mein Gott, vernimm mein Flehn!" Hij smeekt
steeds dringender om het leven van de kleine en het wonder gaat in vervulling.
Het dankduet van Elia en de weduwe wordt voortgezet door het koor "Wohl dem, der den
Herrn fürchtet”.
Na drie jaren van droogte verschijnt Elia voor koning Achab; deze verwijt de profeet dat hij de
ellende van Israël veroorzaakte. Elia stelt de koning voor uit te maken, wie God is: Jehova of
Baäl. Op de berg Karmel bereiden Elia en de profeten van Baäl, een ieder voor zijn God, een
brandoffer.
Eerst smeken de priesters van de afgod, dat deze vuur zal zenden om het offer te verteren.
Steeds wilder wordt hun geroep: "Baäl, erhöre uns". Elia spot: roept luider, misschien slaapt hij
en weer trachten de Baälpriesters hun God te vermurwen, doch vergeefs. Dan bidt Elia: "Herr
Gott Abrahams, Isaaks und Israëls, lass heut kund werden, dass du Gott bist". Na het tierende
koor treft deze edele bede des te meer. Een solokwartet vertolkt het vroom ontzag dat over de
gelovigen is gekomen: "Wirf dein Anliegen auf den Herrn”. Elia roept God aan het brandoffer
door vuur te verteren en het volk wordt getuige van het wonder: "Das Feuer fiel herab!". De
profeet beveelt de priesters van Baäl te doden en prijst daarna de macht van God: "Ist nicht des
Herrn Wort wie ein Feuer?"
De vrome Obadja verzoekt Elia te smeken om regen. De profeet gaat het volk voor in gebed,
doch eerst na lange tijd kan een herhaalde malen uitgezonden knaapje berichten dat de hemel
begint te bewolken. Het volk dankt God, dat het dorstige land gedrenkt werd.
Nog is geheel Israël niet door het wonder geraakt. Een gelovige vrouw wekt het volk op tot
gehoorzaamheid: "Höre Israël, höre des Herrn Stimme!" (Deze wondermooie sopraanaria
schreef Mendelssohn voor de beroemde zangeres Jenny Lind).
Dan belijdt het koor: "Fürchte dich nicht, spricht unser Gott, ich bin mit dir”.
Weer treedt Elia voor koning Achab, die in zijn afgoderij volhardde.
De profeet dreigt dat God Israël zal slaan om Achab’s zonde. De koningin ergert zich dat Elia
macht wil hebben over een vorst en beveelt dat hij gedood wordt.
Het volk stemt daarmee in: "Wehe lhm!". Obadja waarschuwt Elia en raadt hem in de woestijn
te gaan en de afvalligen aan hun lot over te laten.
De profeet is strijdensmoe; hij smeekt God: "Es ist genug! So nimm nun Herr meine Seele", een
ontroerende elegie omspeeld door een cellosolo. In een reciet wordt verhaald, dat Elia zich te
slapen legt onder een jeneverboom en dat de engelen zich om hem legeren, zij zingen: "Hebe
deine Augen auf zu den Bergen, von welchen dir Hülfe kommt" (a-cappella vrouwenterzet).
Het koor vervolgt: "Siehe, der Hüter lsraëls schläft noch schlummert nicht".
Een engel wekt Elia en beveelt hem te gaan naar de berg Horeb. Elia klaagt, dat zijn prediking
vergeefs was, waarop de engel hem troost: "Sei stille dem Herrn und warte auf lhn". En het koor
der hemelingen verzekert: "Wer bis an das Ende beharrt, der wird selig".
Op de berg Horeb verwacht Elia de verschijning van God. Het koor beschrijft de gebeurtenissen:
een sterke wind teistert de bergen, en na de wind een aardbeving en na de aardbeving een
vuur; doch eerst in het suizen van een zachte stilte verschijnt God (1 Kon. 19: 11-12).
Zijn heiligheid wordt bezongen door de engelen (Jes. 6:3).
God beveelt Elia niet te twijfelen, want zevenduizend in Israël knielden niet voor Baäl. Het koor
geeft het relaas van Elia’s prediking en hoe hij in een vurige wagen ten hemel voer. Obadja
heeft een visioen van de hemelse zaligheid: "Dann werden die Gerechten leuchten".
Niet vergeefs heeft Elia geprofeteerd en na hem zullen anderen over God getuigen: "Wohlan
alle die ihr durstig seid, kommt her zum Wasser".
De fuga "Herr unser Herrscher, wie herrlich Ist dein Name in allen Landen" besluit de magistrale
kroniek.

Bronvermelding: Toonkunst Oratoriumvereniging Amersfoort, www.tova.nl
Lexicon van de Klassieke Muziek ©1999 Data Becker GmbH en Co.

Adres:
Stadstheater, Theaterplein 10
Postcode:
2711 EK
Plaats:
Zoetermeer (Boek overnachting in Zoetermeer)
Dagje uit in Zoetermeer | Activiteiten Zuid-Holland

Provincie:
Zuid-Holland

Thema:
Anders
Soort:
Klassiek (meer klassieke concerten)
Uitvoering:
Orkest en Solist(en)
Doelgroep:
Volwassenen

Uitvoerenden:
Cantate Deo
RBO Sinfonia
Kwartet "Quatre Bouches"
Sabine Wüthrich, sopraan
Petra Erishmann, Alt
Gerben Houba, tenor
Michel Poels, bariton
algehele muzikale leiding: Marco Kalkman

Entreeprijs:
€ 20,00

Rolstoeltoegankelijk:
Ja
Weer:
Overdekt

Internetadres:
http://www.covcantatedeo.nl
Email adres:
info apenstaartje covcantatedeo.nl
Meer concerten:
Alle concerten van COV Cantate Deo.
Telefoon:
079-3210916


Dit concert is toegevoegd of gewijzigd op 2008-12-17 19:40:13

Deze gegevens zijn aangeleverd aan Christelijke Concertagenda. Wij kunnen de juistheid niet garanderen: Controleer altijd de gegevens voordat u naar het concert gaat.

Muziek voor Elkaar