Geniet van meesterlijke improvisaties over psalmen

Sietze de Vries: 'Improviseren is mijn visitekaartje'

Van onze redacteur Tineke Smits

03-02-15

Een briljante improvisator, zo wordt organist en kerkmusicus Sietze de Vries aangekondigd. Hij kan als geen ander improviseren in de stijl van bijvoorbeeld Bach.

In de huid van Bach

Om zo indrukwekkend te kunnen improviseren heeft Sietze de Vries zijn eigen manier: hij kruipt helemaal in de huid van grote componisten en laat horen hoe zij met deze melodieën aan de haal zouden zijn gegaan. De Vries kan dit als geen ander: hij is Nederlands’ enige organist die op zo’n hoog niveau improviseert in de stijl van Bach en Mendelssohn. Om die reden wordt hij met recht ‘meesterimprovisator’ genoemd.

Grieg op het orgel

Ook als klassiek organist heeft Sietze de Vries inmiddels een grote reputatie opgebouwd. Dat doet hij met uitzonderlijke muziekstukken die zelden op het orgel te horen zijn. Bij de namen Edvard Grieg en Jean Sibelius denk je bijvoorbeeld niet direct aan het orgel. Maar van Griegs bekende toneelmuziek 'Peer Gynt' maakte De Vries een prachtig arrangement. En de twee orgelstukken van Sibelius, raadselachtige stukken met materiaal uit de door hemzelf vernietigde Achtste Symfonie. Onmiskenbare hoogtepunten uit de Duitse orgelliteratuur, die Sietze de Vries graag met het publiek deelt.

Liefde voor het orgel

Die liefde voor het orgel en orgelmuziek ontstond toen Sietze de Vries nog een kleine jongen was. "Er wordt wel eens gediscussieerd over kinderen: worden ze blanco geboren en leren ze daarna alles aan, of kunnen ze ook vanuit zichzelf iets als ze geboren worden. Ik zeg altijd maar dat ik het levende bewijs ben van dat laatste." De Vries komt namelijke helemaal niet uit een muzikale familie, alleen zijn vader speelde af en toe op het traporgel dat thuis stond. De Vries: "Als er een elpee met orgelmuziek op stond, dan zat ik altijd gefascineerd te luisteren en probeerde het na te spelen. Zo is het balletje gaan rollen. Toen ik wat later op orgelles ging, was het in het begin wel even wennen. Ik had me de techniek zelf aangeleerd en speelde zonder noten, dus het was pittig om opeens op een andere manier te moeten spelen. Gelukkig had ik een goede docent die het improviseren altijd stimuleerde."

Kruisbestuiving

En dat improviseren is altijd gebleven: "Het ter plekke bedenken van een stuk muziek is een vak apart. Het is mijn visitekaartje; je moet je per slot van rekening tenslotte afzonderen als je wilt opvallen." De orgelkunstenaar denkt dat eigen improvisaties en bestaande muziek niet zonder elkaar kunnen. "Ik doe zelf inspiratie op als ik de grote meesters speel, en omgekeerd verwerk ik ook elementen uit bepaalde werken als ik zelf aan het improviseren ben. Zo wordt het een mooie kruisbestuiving."

---