Interview Thomas Oltheten van het Apollo Ensemble
“De kwaliteit van de muziek staat voorop”
Van onze redacteur Jan-Willem van Ree
12-03-18
Het Apollo Ensemble draait al 25 jaar mee in de eredivisie van de Nederlandse oude-muziekensembles. Niet in de laatste plaats vanwege de vaak originele thema’s van hun projecten. Of het nu gaat om het verdwenen hoofd van Joseph Haydn of een dramatisch passie-oratorium van Händel, telkens weer verbaast én ontroert het Apollo Ensemble met verrassende invalshoeken.
David Rabinovich
Het geheim achter hun succes ligt grotendeels in handen van artistiek directeur David Rabinovich, vertelt zakelijk leider en fagottist Thomas Oltheten. “Vanaf het begin richten we ons op inhoudelijk sterke programma’s. Alleen zo kun je je bestaan veilig stellen tussen de vele ensembles en groepen die Nederland rijk is.” Maar alleen spraakmakende programma’s zijn niet voldoende. Oltheten: “De kwaliteit van de muziek staat voorop.”
Het hoofd van Haydn
Bij het Apollo Ensemble gaat die combinatie van muzikale kwaliteit en fascinerende verhalen al decennia hand in hand. “Met Haydn vieren we op dit moment ons 25-jarig jubileum”, vertelt Oltheten. “De muziek van deze belangrijke Oostenrijkse componist loopt als een rode draad door de geschiedenis van ons ensemble. De jubileumconcerten vormen dan ook een soort hommage aan hem. Speciaal voor deze gelegenheid hebben we de roman Het hoofd van Haydn van schrijver Theun de Vries (1907-2005) laten herdrukken.” In deze roman vertelt De Vries het spannende en lugubere verhaal over de postume onthoofding van Haydn. “Na zijn dood viel Haydns hoofd in handen van wat we tegenwoordig een stel pseudowetenschappers zouden noemen. Zij wilden onderzoeken of genialiteit aan de omvang van iemands hoofd valt af te meten.”
Oude muziek in een moderne vinexwijk
Dit Haydn-project is slechts één voorbeeld uit de rijke geschiedenis van het Apollo Ensemble. Een geschiedenis die begon in een vinex-wijk van Lelystad. Thomas Oltheten: “Nadat mijn vrouw Marion, die ook in het Apollo Ensemble meespeelt, en ik na onze muziekstudies in Zwitserland - ik studeerde fagot - terugkeerden naar Nederland, settelden we ons in Lelystad. We merkten dat daar nog weinig te doen was op muziekgebied en dus begonnen we met het organiseren van concerten. Een van de eerste projecten die we aanpakten was rond muziek van Constantijn Huygens. Daarmee bloeide mijn liefde voor oude muziek gaandeweg op.”
Twaalf fagotten
Die liefde vertaalde zich ook in een flinke verzameling fagotten. Dit waren niet alleen barokke instrumenten, maar ook negentiende-eeuwse exemplaren. De interesse voor historische instrumenten had voor Thomas ook een praktisch voordeel: “Ik merkte dat ik het prettiger vond om bijvoorbeeld barokmuziek op een instrument uit die tijd te spelen. Ik kon er gewoon beter op weg. Een bijkomend voordeel is dat je een goede klankbalans kunt maken met andere instrumenten uit die periode.” Inmiddels is de collectie uitgegroeid tot twaalf fagotten uit verschillende historische periodes.
De Passie van Händel
Eén daarvan klinkt ook in de
Edesche Concertzaal tijdens de uitvoering van Händels Brockes-Passion, het jongste project van het Apollo Ensemble. Bij het woord ‘passie’ denkt iedereen vooral aan Bach, maar ook Georg Friedrich Händel schreef prachtige passies. Daarvan werd zijn Brockes-Passion (ca. 1715) het meest bekend. Hij schreef dit meesterwerk op een tekst van Barthold Heinrich Brockes (1680-1747). In Händels tijd was dat een echte bestsellerauteur, want tussen 1712 en 1750 verscheen er elk jaar wel een passie op tekst van Brockes. Ook Bach verwerkte in zijn Johannes-Passion passages uit Brockes’ passie-oratorium.
Dramatisch hoogstandje
Niet alleen de tekst, maar ook de muziek is van bijzonder hoge kwaliteit. Thomas Oltheten vertelt enthousiast: “Het is een van de eerste oratoria die Händel schreef, dus nog vóór de Messiah en Judas Maccabeus. Toch hoor je erin al veel van wat zijn latere oratoria zo uniek maakt. Vanaf het begin van de Brockes-Passion laat Händel zich van zijn meest gepassioneerde en emotionele kant horen. Dat heeft ermee te maken dat hij dit stuk niet voor de kerk schreef, zoals bijvoorbeeld Bach, maar voor het theater. Daardoor kon Händel nog meer inzoomen op de dramatiek van het lijdensverhaal.”
Maximale capaciteit
Voor het Apollo Ensemble is het de eerste keer dat het deze Händel-passie uitvoert. “We verheugen ons er enorm op. Niet in de laatste plaats omdat het stuk precies voldoet aan de maximale capaciteit van ons ensemble. Händel schreef het voor acht zangers, twee hobo’s, één fagot, strijkers en een basso continuo-groep. Daarmee is het een van onze grote producties. Niet alleen qua bezetting, maar ook in lengte, want met een duur van ongeveer twee uur is het echt een groots en serieus oratorium.”
Fascinatie voor klank
Onder de handen van artistiek leider David Rabinovich wordt het ongetwijfeld een bijzondere ervaring. Vooral vanwege de unieke strijkersklank die het Apollo Ensemble onder zijn leiding heeft ontwikkeld: “David kwam eerst als violist bij het ensemble. Hij speelt nog steeds viool, al leidt hij het ensemble nu ook vanaf zijn instrument. Nog belangrijker is zijn fascinatie voor de klank. Het is zijn verdienste dat we een heel grote klankbeheersing hebben, vooral in het ‘pianissimo’. Daarmee bedoel ik dat hoe zacht we ook spelen, je de verschillende klankkleuren steeds duidelijk kunt horen. Bij ons is zacht niet alleen zacht, maar we hebben het ‘zacht’ in allerlei verschillende smaken”, lacht Thomas. Op de vraag of de argeloze luisteraar dat ook zal opvallen is het even stil, dan antwoordt Thomas met een knipoog: “Alleen in kwalitatief goede muziek komen zulk soort nuances tot hun recht...”
Foto: Anne Meyer
Laatst gewijzigd: 12-03-18 - Geplaatst: 29-12-17