Orgel maakt Gijsbert onafhankelijk

Van onze redacteur Frederike Hessing

09-02-07

De 17-jarige Gijsbert Meuleman speelt niet alleen voor zichzelf, hij begeleidt ook in kerkdiensten. “Ik speel zestig diensten per jaar. Ik vind dat heel leuk; je brengt je hobby in praktijk”, aldus Gijsbert. Deel 4 in de serie Jong Talent.

Sinds zijn tiende levensjaar krijgt Gijsbert orgelles. Daarvoor had hij twee jaar blokfluitles. “Dat was Algemene Muzikale Vorming, onder andere noten leren. Daar was ik niet weg van.” Orgel spelen vindt hij wel direct leuk. “Het orgel is tien of twintig instrumenten bij elkaar. Met registers – knoppen van een orgel – kun je allerlei klanken maken. Dat is zo leuk aan orgel spelen, ik kan heel veel variëren. Bij een dwarsfluit heb je maar één klank, dan heb je vaak een piano nodig, dan klinkt het mooier. Maar het orgel is een solo-instrument, ik ben totaal onafhankelijk.”

Professioneler

Gijsbert heeft eens in de twee weken les. “Ik les nu een jaar bij Ab Weegenaar – onder andere de hoofdorganist van de St. Nicolaas- of Bovenkerk te Kampen - ik had de kans om daar les te krijgen en die heb ik genomen. De vorige leraar Henk Linker - onder andere organist van de Grote Kerk te Vriezenveen en van de St. Georgiuskerk te Almelo - was goed, maar bij Weegenaar is het niveau hoger en heb ik meer mogelijkheden. Het gehele plaatje is net iets professioneler.” Bij Henk Linker mocht Gijsbert altijd zelf kiezen wat hij wilde spelen. “Dan kies je niet zo snel een moeilijk stuk. Weegenaar zegt mij wat ik moet spelen, die stukken zijn wel moeilijker. Dat is niet leuker om te doen, maar wel beter. Als je goed wilt worden, moet je wat.”

Mensen helpen

Elke doordeweekse dag oefent de muzikant een halfuur en in het weekend iets meer. “Dinsdagmiddag oefen ik op het orgel in de Hervormde Kerk te Den Ham. Daar mag ik iedere week één uur studeren. Dat is een veel groter orgel en dat is wel leuk. Want dan heb je meer mogelijkheden, doordat er meer knoppen aanzitten.” In deze kerk begeleidt hij de gemeentezang een dienst per maand. Daarnaast speelt hij in de Hervormde Kerk te Westerhaar en in de Wittebrink, een kerkgebouw tussen Den Ham en Vroomshoop. Zodat hij bijna elke zondag een of meerdere diensten begeleidt. Bovendien speelt hij soms in rouw- en trouwdiensten.

“Als organist zit je er om mensen te helpen. Ik moet aanvoelen op welk tempo mensen moeten zingen. Een snel tempo is wel leuk, maar je moet oppassen dat het niet te snel gaat, het moet wel eerbiedig blijven. Ik pas me aan de mensen aan. Ik krijg veel positieve reacties op mijn spel. Ik ben ook vaker gevraagd als organist, maar ik kan niet alles doen.” Want de zeventienjarige doet daarnaast vwo. “Ik vind het jammer als ik straks naar het conservatorium zou gaan in plaats van naar de universiteit. En de kans dat je echt je brood kunt verdienen als organist is erg klein. Het orgel spelen is en blijft mijn hobby, het is een beetje uit de hand gelopen.”

---