Van onze redacteur Hans Bossenbroek
23-04-07Organist Arjan Breukhoven viert dit jaar zijn 25-jarig jubileum met een aantal concerten, een buitenlandse reis en een nieuwe cd. “Na bizar hard werken, door topsport te bedrijven, heb ik een eigen plekje veroverd in muzikaal Nederland.”
Reacties: Wat vindt u? Reageer op dit artikel.
Verwondering en dankbaarheid zijn de woorden die Breukhoven gebruikt als hij terugkijkt op de afgelopen 25 jaar. “Verwondering over wat allemaal op mijn weg is gekomen en dankbaarheid aan de Allerhoogste voor alles wat Hij mij heeft geschonken.” Vanaf zijn negende jaar speelt muziek een rol in het leven van de toonkunstenaar uit het Zuid-Hollandse Berkel en Rodenrijs. Na de orgellessen thuis volgde hij het vak orgel en kerkmuziek aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. “Ieder mens heeft talenten, de één heeft dit en de ander heeft dat. Mijn talenten liggen op het muzikale vlak. Als organist, pianist, dirigent en als componist.” Hij is inmiddels een bekende in orgelminnend Nederland. “Na bizar hard werken, door topsport te bedrijven, heb ik een eigen plekje veroverd in muzikaal Nederland.”
Breukhoven vergelijkt zijn werk met het topje van een ijsberg. “Op het podium is niet te zien wat je in je eentje allemaal voorbereidt buiten het zicht van het publiek. De meeste tijd ben je echter alleen en teruggetrokken aan het werk.” Toch zou hij niet anders willen, zegt hij. Zolang je in het concertcircuit werkt, zegt Breukhoven, zal je studie-uren moeten maken. Desondanks heeft hij een afwisselende baan. Vooral de variatie tussen studeren en uitvoeringen geven, bevalt hem. “Het ene moment ben je tussen de mensen, het andere moment zit je opgesloten op je kamer te studeren op een muziekstuk.”
Orgelspelen is topsport, is de ervaring van Breukhoven. "Als musicus moet je altijd scherp blijven. Je kan nog zo’n schitterende cv hebben, overal in de wereld geweest zijn, schitterende concerten gegeven hebben, tv-, radio- en cd-opnamen gemaakt hebben en bekend zijn, maar je wordt - en terecht - afgerekend op het moment. Als ik een concert niet goed speel dan is de kans aanwezig dat ik daarna niet meer wordt gevraagd.”
Ondanks zijn staat van dienst is hij het orgelspel nog lang niet zat. “Op lange termijn is er nog zoveel muzikaal te beleven en te bedenken en te ontwikkelen. Ik blijf - als het mij gegeven is - niet stil zitten, denk ik. De volgende 25 jaar hoop ik dat ik nog veel van mij mag laten horen.”
De afgelopen jaren kende de carrière van de organist in ieder geval diverse hoogtepunten, aldus Breukhoven. Teveel om op te noemen, zegt hij. “Als ik tijdens een repetitie zie dat een koorlid waanzinnig staat te genieten van het zingen. Als ik lees in een mailtje van een moeder van een geestelijk gehandicapt kind dat het kind begon te stralen, terwijl het nooit reageert op muziek in een kerk. Toen ik ‘Ben je groot of ben je klein, God houdt van jou’ speelde, bleef het kind stralen. De moeder schreef dat dit voor haar een gouden moment was. Heel indrukwekkend.”
Meer nieuws van Christelijke Concert Agenda
Reacties: Reageer op dit artikel.